Het Limousinrund komt oorspronkelijk uit Centraal Massief in Frankrijk. Limousin runderen staan er om bekend dat ze zelfstandig een kalf kunnen krijgen. Limousin runderen staan dicht bij de natuur en zijn sterk en vruchtbaar. De runderen grazen in de lente, zomer en herfst in weilanden en natuurgebieden in en rondom het Roerdal. In de winter mogen ze lekker warm op stal in het stro liggen. De meeste koeien krijgen tussen februari en mei hun kalf. De kalveren blijven bij hun moeder zodat zodra het weer het toelaat ze samen de wei in kunnen en kalveren kunnen groeien met de melk van hun eigen moeder en het malse voorjaarsgras.

​

Het vlees van het Limousin-rund wordt beschreven als zeer mals, sappig en mooi van kleur. Het vlees is relatief mager maar bevat voldoende vet voor een heerlijke smaak. Men zegt dat je proeft dat de runderen lokaal en rustig zijn opgegroeid en een goed leven hebben gehad.